De ABCDE-methode is geïmplementeerd om structuur te bieden tijdens de opvang van een patiënt. In 1976 is dit ontwikkeld in het kader van de Advanced Trauma Life Support-cursus. Tegenwoordig ook om verpleegkundigen te helpen in het gestructureerd klinisch redeneren, zorgen dat je niets vergeet en over het hoofd ziet. Het principe van de ABCDE-methode is 'treat first what kills first'. Met andere woorden: behandel eerst het levensbedreigende en pas dan de minder levensbedreigende stoornissen/letsels. Om deze methode goed toe te passen moet je veel oefenen. Exact weten wat onder welke letter hoort zodat je bijvoorbeeld een duidelijke overdracht kunt geven zonder dat je iets vergeet. 

 

Ik heb hieronder het overzicht van de ABCDE-methode uitgeschreven:

 

A: Airway (hoge luchtweg)

- Is de luchtweg vrij?

- Zie je iets in de mond/keel holte?

- Is er iets opvallends te zien bij de hals?

- Is de trachea in midline? 

- Wat hoor je voor geluid bij de ademhaling? Stridor, rochelen, reutelen of normaal.

 

B: Breathing (lage luchtweg)

- Is de huidskleur normaal of afwijkend?

- Is er iets opvallends te zien bij de hals?

- Wat is de ademfrequentie?

- Wat is het adempatroon?

- Wordt er gebruik gemaakt van hulpademhalingsspieren?

- Wat is de saturatie? *streef saturatie 96-98% en bij COPD 88-92%

- Wat hoor je als je de longen ausculteert?

- Eventueel X-thorax maken of al bekend?

- Lab afname: arterieel/veneus bloedgas

 

C: Circulation (circulatie)

- Is de huidskleur normaal of afwijkend?

- Voelen van de pols (hartslag) voor regelmatigheid, kracht en snelheid.

- Testen van de capillaire refill *op het borstbeen

- Wat is de bloeddruk?

- Wat is het hartritme?

- Wat is de urineproductie?

- Maak eventueel een ECG

- Neem eventueel lab af

- Maak eventueel een echo

 

D: Disability (neurologische status)

- Wat is de grootte van de pupillen?

- Zijn beide pupillen even groot?

- Reageren beide pupillen op licht?

- Wat is de EMV score?

- Is er sprake van duidelijke spraak?

- Is er sprake van nekstijfheid? (meningeale prikkeling) 

- Doe de FAST test

- Meet een glucose

- Maak eventueel een CT-scan

- Neem eventueel toxicologisch lab af

 

E: Exposure (temperatuur/ontkleden)

- Meet de temperatuur

- Neem de AMPLE af

- Ontkleed de patient en check eventueel op wonden e.d.