We nemen bloedgassen af omdat het ons iets kan vertellen over hoe de longen functioneren en of we daar iets aan moeten door. Een bloedgas wordt afgenomen uit een ader/slagader. Op de IC hebben we meeste patienten een arterielijn. Dit is een infuus in de slagader van bijvoorbeeld: de pols (a.radialis), de bovenarm (a. brachialis) of het bovenbeen (a. femoralis). Patienten die geen arterielijn hebben worden geprikt op één van benoemde drie slagaders of ze worden uit een ader geprikt. Let op: waardes uit een veneus gas moet je anders interpreteren dan een arterieel gas. 

 

D.m.v. het afnemen van een bloedgas kan het volgende worden onderzocht:

  • hoeveelheid zuurstof in het bloed (pO2/Spo2)
  • hoeveelheid koolstofdioxide in het bloed (pCO2)
  • de zuurgraad van het bloed (pH)

De zuurtegraad in het bloed kan zuur (acidose) of basisch (alkalose) zijn. Een normale pH zit tussen de 7.35 - 7.45 mmHg. Wanneer het bloed zuur is (pH <7.35 mmHg) kan dit een respiratoire of een metabole oorzaak hebben. Een respiratoire oorzaak kun je zien aan het koolstofdioxide, pCO2, en een metabole oorzaak kun je zien aan het bicarbonaat, HCO3-.

 

Hieronder eerst een tabel met de normaal waarden:

 

  Arterieel Veneus

pH

7,35 - 7,45 7,32 - 7,36

pO2

75-100 mmHg/ 10-14 kPa 40-50 mmHg/ 3 - 5 kPa

pCO2

35-48 mmHg/ 4-6 kPa 40 - 52 mmHg/ 5 - 7 kPa

HCO3-

22-26 mmol 23 - 27 mmol

Base excess

-2 / +2 -2 / +2

SpO2

94 - 100% 60 - 80%

 * het SpO2 gehalte waar men naar streeft bij patiënten met chronisch long lijden wijkt af van deze waardes.

 

 

 

Verder in dit stuk gebruik ik de waardes in mmHg.

 

Een bloedgas interpreteren doe je in drie stappen. 

  • De eerste stap is het bepalen van de pH. Is deze <7.35 dan spreken we van een acidose, is deze >7,45 dan spreken we van een alkalose.
  • De tweede stap is het primaire probleem vinden. Indien er sprake is van acidose (pH <7.35) en het pCO2 is >48 mmHg spreken we van een respiratoire acidose. Indien sprake van een acidose en het HCO3 is <22mmol dan spreken we van een metabole acidose. Mocht er sprake zijn van een alkalose (pH >7.45) en het pCO2 is <35 mmHg spreken we van een respiratoire alkalose. Indien we een alkalose zien en het HCO3 is >26mmol dan spreken we van een metabole alkalose. 
  • De derde stap is de compensatie. Ik onthoud altijd, een respiratoir probleem wordt metabool gecompenseerd en vice versa. 

 

Respiratoire compensatie

  • pH daalt, dit zegt dat [H+]-ionen stijgen

Ventilatie neemt toe, we gaan meer ademen doordat het bloed zuur is. Doordat we vaker ademen blazen we meer CO2 af (deze waarde gaat dus dalen) en hierdoor daalt te pH weer.

  • pH stijgt, dit zegt dat [H+] ionen dalen

Ventilatie neemt af, we gaan minder vaak ademen doordat het bloed basisch is. Doordat we minder vaak ademen zal het CO2 gehalte in het bloed stijgen en hierdoor stijgt de pH weer.

 

* Respiratoire compensatie gebeurt het snelst en is dus ook eerder te zien in een bloedgas

 

 

Metabole compensatie

  • pH daalt, dit zegt dat [H+]-ionen stijgen

Nieren zorgen voor toename in [H+] uitscheiding en terugresorptie van HCO3, hierdoor stijgt de waarde van HCO3 en stijgt de pH weer.

  • pH stijgt, dit zegt dat [H+] ionen dalen

Nieren zorgen voor afname in [H+] uitscheiding en terugresorptie van HCO3, hierdoor daalt de waarde van HCO3 en daalt de pH weer.

 

* De nieren compenseren pas na 24 uur

* Bij chronisch long lijden zie je vaak dat een patiënt een hogere HCO3 waarde heeft om de pH op peil te houden

 

 

 

Hieronder nog twee filmpjes waarin de theorie wordt uitgelegd en er casuistieken besproken worden. Succes!